“Hoe is het met je?”, vraagt een vriendin die ik vandaag aan de telefoon heb.
Ik vind het fijn dat ik haar spreek. Voor veel mensen is het nu, in deze Corona-tijd, een uitdaging om een momentje alleen te creëren in de hectiek van thuisblijvende partners en kinderen. Bij mij is het juist andersom. Ik woon alleen. Voor mij is de uitdaging juist om in contact te blijven met mensen.
Tja, hoe gaat het nu? “Ik voel me wat ‘gelaten’”, antwoord ik naar eer en geweten. Al een paar dagen voelt dat zo. En ik herken het gevoel ook. Het is het gevoel van overgave. Alsof een hogere macht op een soort pauzeknop heeft gedrukt. En nu waart er iets rond waar ik geen invloed op heb. Dat ‘iets’ heeft ook nog eens met ziekte te maken.
Mijn gevoel van nu raakt direct aan waar ik na de diagnose kanker vol mee heb geworsteld: overgave, niet-weten wat er aan de hand is en gaat gebeuren, onzekerheid. Wat een klotegevoel gaf die mix! Ik kan het niet anders omschrijven dan dat. Ik kon tijdens mijn behandeltraject het gevoel heel goed waarnemen bij mezelf. Het liefst wilde ik dat dit stomme gevoel verdween! En snel!
Hoe? Door er in eerste instantie veel over na te gaan denken. Want ik ben toch slim genoeg om te WETEN hoe het zit?! Maar dat lukte natuurlijk niet, want deze situatie ging juist over niet-weten en onzekerheid. Dus kreeg mijn onderhuidse frustratie (lees: boosheid) vrij spel. Dat gaf veel energie. Dus die zette ik volop in, om fysieke dingen te gaan doen. Mijn huis was nog nooit zo schoon, kan ik je vertellen! Alles liever dan dat rotgevoel.
Het hielp allemaal geen zak. Ik kon het niet alleen fixen en moest om hulp gaan vragen. Weer in de overgave dus. Shit.
Ik ontdekte bij mijn traumatherapeut dat er maar een ding op zat: erkennen dat ik dat gevoel had en er wat langer bij stilstaan. Dat ik voel wat zoiets doet met mijn lijf. Dat het gevoel er mag zijn. Dat ik het niet hoef te snappen of te weten. Dat ik dat ook niet kan. Overgave aan overgave dus.
Ben ik inmiddels verlicht en getransformeerd op dat stuk? Oh, I wish! Ik vind overgave en wat ik eromheen heb geknutseld nog steeds een rotgevoel. Want het niet-weten is er en zal er altijd zijn. Maar het geforceerd wegdrukken ervan doe ik niet meer. Ik sta er nu ook bij stil, het mag er zijn. En blijkbaar zijn de scherpste randjes er wel vanaf nu, en kan ik wat meer berusten in mijn gevoel. Daarom geef ik er nu het woord ‘gelaten’ aan.
Juist in een periode van overgave, niet-weten en onzekerheid, helpt het mij ook om te focussen op dat waar ik wél invloed op heb. Een van de belangrijkste dingen waar ik na mijn diagnose telkens mee bezig ben geweest (en nog steeds!), was het beïnvloeden van mijn eigen stemming. Door het inzetten van mijn hulpbronnen. Dat heeft voor mij zo’n wereld van verschil gemaakt.
Zo heb ik zelf heel veel gehad aan een speciale appgroep, waarin ik tijdens mijn behandeltraject lief en leed kon delen met een groep vrienden die bij mij in de buurt wonen. Soms was het praktisch niet mogelijk om ‘live’ contact te hebben met iemand. En soms zat ik in zo’n diep dal dat ik het gewoon niet kon opbrengen om de telefoon te pakken en uit te reiken naar iemand. Maar dan lukte het wel om te schrijven, om mijn gevoelens met de appgroep te delen. En zo toch in contact te blijven.
Sowieso was mijn verhaal van me afschrijven voor mij een belangrijke hulpbron. En nog steeds, dus ik heb de draad ook weer opgepakt. Ik hoop dat het lezen van mijn verhalen voor anderen ook weer een hulpbron kan zijn. Hier en via mijn boek ‘Kanker. Cadeau van het leven’.
“U heeft inderdaad een borstkankertje.” De chirurg zegt het op een bijna lieflijke toon. (...) Maar het grootste deel van de informatie die ik krijg, gaat langs me heen. Ik ben nog blijven hangen bij het woord ‘borstkankertje’.
Je kunt het boek ‘Kanker. Cadeau van het leven’ hier bestellen of bij je lokale boekhandel.